ECLI:NL:CRVB:2016:3467

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
20 september 2016
Publicatiedatum
20 september 2016
Zaaknummer
16/1711 AOW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake AOW door de Centrale Raad van Beroep

Op 20 september 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 16/1711 AOW-V, waarin verzoeker, een inwoner van Marokko, verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 23 september 2015 (14/5385 AOW-V). De zaak werd behandeld tijdens een zitting op 30 augustus 2016, waarbij verzoeker werd vertegenwoordigd door S. Chtatou. De Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb) was niet vertegenwoordigd.

De Centrale Raad overwoog dat op grond van artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een onherroepelijke uitspraak kan worden herzien op verzoek van een partij, indien er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die niet eerder bekend waren. In dit geval had verzoeker een verklaring overgelegd van de Chef d’Agence Al Barid Bank, waarin werd gesteld dat hij in een landelijk gebied woont waar de postbezorging onder verantwoordelijkheid van lokale autoriteiten valt. Deze verklaring onderbouwde echter niet de stelling van verzoeker dat hij de eerdere uitspraak niet tijdig had ontvangen.

De Centrale Raad concludeerde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven voor herziening van de eerdere uitspraak. Het verzoek om herziening werd dan ook afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier N. Talhaoui, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

16/1711 AOW-V
Datum uitspraak: 20 september 2016
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van
23 september 2015, 14/5385 AOW-V
Partijen:
[verzoeker], Marokko (verzoeker)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
PROCESVERLOOP
Verzoeker heeft verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van
23 september 2015, 14/5385 AOW-V.
Het verzoek is behandeld ter zitting van 30 augustus 2016. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door S. Chtatou. De Svb heeft zich, met voorafgaand bericht, niet laten vertegenwoordigen.

OVERWEGINGEN

1. Ingevolge artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een onherroepelijk geworden uitspraak op verzoek van een partij worden herzien op grond van feiten en omstandigheden die:
hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
ij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
waren zij bij de bestuursrechter eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
2. Bij de uitspraak van 23 september 2015 heeft de Raad in verzet geoordeeld dat het hoger beroep van verzoeker tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 27 juni 2014, 13/6366, terecht niet-ontvankelijk is verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend.
3. Verzoeker heeft een verklaring overgelegd van de “Chef d’Agence Al Barid Bank” waarin deze verklaart dat verzoeker woont in een landelijk gebied buiten het gebied van de reguliere postbezorging, dat de postbezorging (daarom) geschiedt onder verantwoordelijkheid van de lokale autoriteiten en dat de koerier (slechts) op drie dagen in de week langskomt. Daarmee zijn echter geen feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:119, eerste lid, van de Awb naar voren gebracht. De verklaring onderbouwt niet de stelling van verzoeker dat hij de aangevallen uitspraak heeft ontvangen op een tijdstip waarop niet meer tijdig hoger beroep kon worden ingesteld. Het verzoek om herziening moet daarom worden afgewezen.
4. Voor een veroordeling in de proceskosten is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van N. Talhaoui als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 september 2016.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) N. Talhaoui

NK