Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
- Bij brief van 13 augustus 2011 heeft appellante - zelf - hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.
- Bij brief van 19 augustus 2011 heeft de griffier van de Raad appellante in de gelegenheid gesteld binnen vier weken - alsnog - de gronden van het hoger beroep in te dienen.
- Bij brief van 10 september 2011 heeft [X.] namens appellante, die deze brief mede heeft ondertekend, bericht dat appellante zeer ernstig ziek is en daarom niet in staat is de gronden in te dienen. Verzocht is om langdurig uitstel.
- Bij - aangetekend verzonden - brief van 20 september 2011 is uitstel verleend tot en met 16 maart 2012. Daarbij is vermeld dat verder uitstel niet zal worden verleend en dat rekening moet worden gehouden met niet-ontvankelijkverklaring van het hoger beroep als de gronden niet (tijdig) worden ingediend.
- Bij de uitspraak van 6 april 2012 is het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard
- Bij brief van 15 mei 2012 heeft appellante - zelf - verzet gedaan. Daarbij heeft zij verklaard dat zij op 14 maart 2012 de gronden heeft ingediend. Zij heeft kopieën meegezonden van een aankoopbewijs van postzegels van die dag en van een door TNT Post op die dag gestempelde handgeschreven verklaring waarin staat dat appellante een poststuk aan de Raad heeft gezonden.
- Bij de Raad is geen brief van appellante van 14 maart 2012 ontvangen.
- Bij brief van 20 juni 2012 is appellante verzocht een kopie van de gronden in te zenden.
- Bij brief van 25 juni 2012 heeft [X.] namens appellante, die deze brief mede heeft ondertekend, bericht dat appellante nog steeds zeer ernstig ziek is en daarom niet in staat is zorg te dragen voor inzending van een kopie van de gronden. Verzocht is om langdurig uitstel.
- Bij brief van 30 juli 2012 heeft de Raad zes maanden uitstel verleend.
- Vervolgens is nog zes keer om langdurig uitstel verzocht en heeft de Raad ook telkens uitstel verleend, laatstelijk tot 8 januari 2016.
- Bij brief van 4 januari 2016 is opnieuw om langdurig uitstel verzocht.
- Bij brief van 20 januari 2016 heeft de Raad appellante bericht dat hij de verzetprocedure nu op korte termijn tot een eind wil brengen.“ (…) Het enige dat daarvoor nodig is, is dat u aan de Raad een kopie stuurt van de gronden van het hoger beroep waarvan u heeft aangegeven dat u die op 14 maart 2012 aan de Raad hebt gestuurd. Het moet niet moeilijk zijn dat document op te zoeken of te laten opzoeken. Als u dat doet, zal de Raad ervan uitgaan dat u de gronden van het hoger beroep op
- Bij brief van 2 februari 2016 is andermaal om langdurig uitstel verzocht. Daarbij is vermeld dat appellante zelf het hoger beroep wil bepleiten.
- Bij brief van 9 februari 2016 heeft de Raad erop gewezen dat de verzetprocedure geen betrekking heeft op (de inhoudelijke behandeling van) het hoger beroep en appellante een termijn van vier weken gegeven om, zo nodig met de hulp van [X.], het document uit haar administratie te halen en in te zenden.
- Bij brief van 20 mei 2016 heeft de Raad appellante het volgende bericht: “Op mijn brief van 9 februari 2016 heb ik helaas geen reactie ontvangen. De Raad zal daarom het verzet ter zitting behandelen. (…) U hoeft niet zelf op de zitting te komen; u kunt zich ook door iemand anders laten vertegenwoordigen, bijvoorbeeld door (…)