ECLI:NL:CRVB:2016:3418
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van het hogerberoepschrift inzake sociale zekerheidswetgeving
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 augustus 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 16 december 2015. De rechtbank had het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend. De gemachtigde van appellant heeft in verzet betoogd dat het hogerberoepschrift wel tijdig was ingediend, waarbij hij stelde dat de termijn voor het indienen van het hogerberoepschrift begon op 17 december 2015 en eindigde op 28 januari 2016. De Raad heeft echter geoordeeld dat het hogerberoepschrift op 28 januari 2016, één dag te laat, was ingediend. De Raad heeft ook overwogen dat de termijn voor het indienen van het hogerberoepschrift zes weken bedraagt, en dat de termijn begon op de dag van bekendmaking van de aangevallen uitspraak. De Raad heeft vastgesteld dat appellant het afschrift van de aangevallen uitspraak pas op 5 januari 2016 heeft ontvangen, maar dat dit niet voldoende was om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. De Raad heeft het verzet ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.