ECLI:NL:CRVB:2016:3407
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens niet woonachtig zijn op het uitkeringsadres
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellant ontving sinds 1 maart 2013 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Echter, naar aanleiding van meldingen dat de appellant niet op het uitkeringsadres woonde, heeft de gemeente Valkenburg aan de Geul een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat de appellant vanaf 30 oktober 2013 niet feitelijk woonachtig was op het uitkeringsadres en dat hij daarom geen recht had op bijstand. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de appellant betwist dat hij niet woonachtig was in de gemeente. De Raad heeft de onderzoeksresultaten van de sociale recherche en de verklaringen van getuigen in overweging genomen en geconcludeerd dat het college terecht heeft vastgesteld dat de appellant niet op het uitkeringsadres woonde. De Raad heeft het hoger beroep van de appellant afgewezen en de eerdere uitspraak bevestigd.