ECLI:NL:CRVB:2016:3366

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
30 augustus 2016
Publicatiedatum
13 september 2016
Zaaknummer
15/6416 AKW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring in hoger beroep inzake sociale zekerheidswetgeving

Op 30 augustus 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 15/6416 AKW-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing waarbij het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk was verklaard. De appellant, woonachtig in Marokko, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 1 juli 2015, maar het hogerberoepschrift was niet tijdig ingediend. De Raad heeft in deze mondelinge uitspraak vastgesteld dat de appellant in verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een andere beoordeling van de ontvankelijkheid van het hoger beroep. De Raad concludeert dat er geen aanleiding is om te oordelen dat de appellant niet in verzuim is geweest. Daarom verklaart de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond. Tevens is er geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, met T.G.M. Simons als voorzitter en N. Talhaoui als griffier.

Uitspraak

Datum uitspraak: 30 augustus 2016
15/6416 AKW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 1 juli 2015, 14/6422 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats] , Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: N. Talhaoui
Ter zitting is niemand verschenen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht van 18 maart 2016 heeft de Raad het hoger beroep van appellant tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend.
Appellant heeft in verzet geen feiten of omstandigheden aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat hij niet in verzuim is geweest. Ook anderszins is de Raad daarvan niet gebleken.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) N. Talhaoui (getekend) T.G.M. Simons

NW