ECLI:NL:CRVB:2016:3365
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaald griffierecht
Op 30 augustus 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 15/2668 WAO-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing waarbij het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De appellant, die in Marokko woont, had in zijn verzetschrift aangevoerd dat hij het griffierecht naar de Raad had overgemaakt. Echter, deze stelling werd niet onderbouwd met bewijsstukken. De Raad oordeelde dat de appellant geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat hij niet in verzuim was geweest. Hierdoor werd het verzet ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij T.G.M. Simons als voorzitter fungeerde en N. Talhaoui als griffier optrad. Er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken, aangezien er geen aanleiding voor was. De uitspraak is een bevestiging van de noodzaak om aan de procesregels te voldoen, in dit geval het tijdig betalen van het griffierecht, om in aanmerking te komen voor hoger beroep.