ECLI:NL:CRVB:2016:3319
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- J.H.M. van de Ven
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, die het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Helmond ongegrond heeft verklaard. Appellante ontving sinds 7 december 2004 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) en heeft in 2011 een huurwoning geaccepteerd, die zij zelf verbouwde. Na een anonieme tip over haar woonsituatie heeft het college een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellante geen verifieerbare gegevens heeft verstrekt over de herkomst van de middelen waarmee zij de verbouwing heeft gefinancierd. Het college heeft daarop de bijstand van appellante ingetrokken en de gemaakte kosten teruggevorderd. Appellante betwist dat zij de inlichtingenverplichting heeft geschonden en stelt dat de verbouwing door haar vader en ex-partner is uitgevoerd. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet aan haar inlichtingenverplichting heeft voldaan, waardoor niet kan worden vastgesteld of zij recht had op bijstand. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het beroep van appellante af.