ECLI:NL:CRVB:2016:3312
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- J.H.M. van de Ven
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijstandsverlening en ingangsdatum bijstand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, waarin de rechtbank het beroep van appellante tegen een besluit van het dagelijks bestuur van de intergemeentelijke sociale dienst Brunssum Onderbanken Landgraaf ongegrond heeft verklaard. Appellante ontving sinds 16 augustus 1998 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het dagelijks bestuur heeft de bijstand van appellante met ingang van 1 mei 2012 ingetrokken. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen de ingangsdatum van de bijstand die haar op 20 mei 2014 is toegekend, en stelt dat deze eerder had moeten ingaan, namelijk op 1 maart 2014, 1 april 2014 of 8 mei 2014.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. De Raad oordeelt dat het dagelijks bestuur terecht geen aanleiding heeft gezien om de bijstand met terugwerkende kracht toe te kennen. De gronden die appellante in hoger beroep aanvoert, zijn in wezen een herhaling van eerdere argumenten en bieden geen aanleiding om anders te oordelen dan de rechtbank. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen ruimte is voor een veroordeling tot schadevergoeding onder de gegeven omstandigheden. De uitspraak is gedaan op 6 september 2016.