ECLI:NL:CRVB:2016:33
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over herziening van WAO-uitkering en vaststelling van beperkingen in de Functionele Mogelijkhedenlijst
Op 8 januari 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep een tussenuitspraak gedaan in de zaak van appellante tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) betreffende de herziening van haar WAO-uitkering. Appellante, die sinds 1993 een uitkering ontvangt, heeft in 2007 een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100% vastgesteld gekregen. Na een onderzoek door een verzekeringsarts in 2011, waarbij diverse medische gegevens zijn betrokken, is haar arbeidsongeschiktheid in 2011 verlaagd naar 45 tot 55%. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het Uwv heeft in 2012 de uitkering opnieuw verlaagd naar 15 tot 25%.
In beroep heeft appellante een rapport van een andere verzekeringsarts overgelegd, maar de rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft in deze tussenuitspraak geoordeeld dat de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) onvoldoende beperkingen bevatte in verband met de klachten van appellante, waaronder rug-, nek- en schouderklachten, longklachten (COPD) en vermoeidheid. De deskundige verzekeringsarts heeft meer beperkingen geadviseerd, maar het Uwv heeft deze niet volledig overgenomen.
De Raad heeft het Uwv opgedragen om binnen twaalf weken de gebreken in het besluit van 20 februari 2012 te herstellen, zodat de mate van arbeidsongeschiktheid opnieuw kan worden vastgesteld. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van medische gegevens en de noodzaak om de beperkingen in de FML adequaat vast te stellen.