ECLI:NL:CRVB:2016:2887
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Weigering bijzondere bijstand voor telefoonkosten en verantwoording van toegekende bijzondere bijstand
In deze zaak gaat het om de weigering van bijzondere bijstand voor telefoonkosten door het dagelijks bestuur van het Werkplein Hart van West-Brabant. Appellanten, die bijzondere bijstand hebben aangevraagd voor extra kosten van wassen, douchen, bewassing, telefoonkosten en beddengoed, kregen in eerste instantie een gedeeltelijke toekenning. De rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde dat de noodzaak van een vaste telefoonaansluiting niet was aangetoond en dat er motiveringsgebreken waren in het besluit van het college. In hoger beroep hebben appellanten zich verzet tegen de weigering van de bijzondere bijstand voor telefoonkosten en de voorwaarde dat een deel van de toegekende bijstand achteraf verantwoord moest worden. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraken en oordeelde dat de kosten van een vaste telefoonaansluiting tot de algemene kosten van bestaan behoren en dat appellanten niet voldoende bewijs hebben geleverd voor de noodzaak van deze kosten. Tevens werd de voorwaarde voor verantwoording van de bijstand als wettelijk toereikend beschouwd, gezien de aard en het doel van de bijstand. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank.