ECLI:NL:CRVB:2016:269
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A. Beuker-Tilstra
- M.S. Boomhouwer
- Rechtspraak.nl
Toekenning van verhoogde Wubo-uitkering en de ingangsdatum daarvan
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 januari 2016 uitspraak gedaan in het geding tussen een appellant en de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank. De appellant, geboren in 1942, is erkend als burger-oorlogsslachtoffer op basis van psychische invaliditeit en ontvangt sinds 1 augustus 1992 een periodieke uitkering. In augustus 2011 heeft hij verzocht om een herziening van zijn uitkering, wat leidde tot een nieuwe vaststelling per 1 augustus 2011. In mei 2014 heeft de appellant opnieuw verzocht om een herziening van zijn uitkering, ditmaal vanwege kortingen op de toeslag ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) en de opheffing van de AOW-toeslag. Dit verzoek werd ingewilligd, maar de aanvraag om de uitkering met terugwerkende kracht te verhogen werd afgewezen.
De Raad heeft overwogen dat de wet, specifiek artikel 60 lid 2 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo), dwingend voorschrijft dat de verhoogde uitkering pas ingaat op de eerste dag van de maand waarin de aanvraag is ingediend. Aangezien de aanvraag in mei 2014 is ingediend, kon de uitkering niet met terugwerkende kracht worden verhoogd. De Raad heeft vastgesteld dat er geen ruimte is voor compensatie voor de financiële schade die de appellant stelt te hebben geleden door de late aanvraag, ook al was deze vertraagd door gezondheidsproblemen van hem en zijn echtgenote.
De Centrale Raad van Beroep heeft het beroep van de appellant ongegrond verklaard, wat betekent dat het bestreden besluit van de Sociale verzekeringsbank in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.