ECLI:NL:CRVB:2016:2663
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- K.J. Kraan
- M. Kraefft
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake na-wettelijke uitkering en verzoek om schadevergoeding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Doetinchem, waarbij de na-wettelijke uitkering van appellant werd vastgesteld. Appellant, die sinds 1 januari 2009 werkzaam was bij de gemeente, kreeg in 2012 eervol ontslag en er werd een re-integratieregeling getroffen. Na verschillende besluiten over de hoogte van de uitkering, heeft het college in maart 2014 het bezwaar van appellant tegen eerdere besluiten ongegrond verklaard. De rechtbank Gelderland heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de reikwijdte van het geding vastgesteld en geoordeeld dat de rechtbank terecht geen oordeel heeft gegeven over het ontslag en de re-integratieregeling. De Raad heeft echter geoordeeld dat de na-wettelijke uitkering van appellant niet eindigt op 1 december 2017, maar op 7 juli 2018, en heeft het bestreden besluit in die zin vernietigd. Het verzoek om schadevergoeding is afgewezen, omdat de rechtbank en de Raad geen onrechtmatigheid in het handelen van het college hebben vastgesteld. De Raad heeft het college veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 49,84 aan reiskosten en € 293,- aan griffierecht vergoedt.