ECLI:NL:CRVB:2016:2607

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
28 juni 2016
Publicatiedatum
12 juli 2016
Zaaknummer
15/6393 AW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring wegens niet betalen griffierecht in hoger beroep

Op 28 juni 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 15/6393 AW-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing waarbij het hoger beroep van appellante, vertegenwoordigd door mr. B.G. Ronteltap, niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De zaak is voortgekomen uit een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 12 augustus 2015, nummer 15/1574.

Tijdens de zitting was er niemand aanwezig om de appellante te vertegenwoordigen. De voorzitter van de enkelvoudige kamer, T.G.M. Simons, heeft de zaak behandeld. De griffier, N. Talhaoui, heeft het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak opgemaakt. In het verzet heeft de gemachtigde van appellante betoogd dat het onrechtvaardig is dat appellante een aanzienlijk bedrag aan griffierecht moet betalen om een onjuiste uitspraak aan de hogerberoepsrechter voor te leggen.

De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat er in het verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die rechtvaardigen dat appellante niet in verzuim is geweest. Bovendien is er geen verzoek gedaan om betalingsonmacht te erkennen binnen de termijn voor het voldoen van het griffierecht. De Raad heeft besloten het verzet ongegrond te verklaren en heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

Datum uitspraak: 28 juni 2016
15/6393 AW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 12 augustus 2015, 15/1574 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: N. Talhaoui
Ter zitting is niemand verschenen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van 10 maart 2016 heeft de Raad het namens appellante door
mr. B.G. Ronteltap ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
In verzet heeft de gemachtigde van appellante aangevoerd dat het niet rechtvaardig en principieel onjuist is dat appellante een aanzienlijk bedrag aan griffierecht moet betalen om een evident onjuiste uitspraak aan het oordeel van de hogerberoepsrechter te onderwerpen.
De Raad is van oordeel dat in verzet geen feiten of omstandigheden zijn aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest. Voor zover zij een beroep op betalingsonmacht heeft willen doen, is een daartoe strekkend verzoek niet gedaan binnen de termijn waarbinnen het griffierecht moest worden voldaan.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) N. Talhaoui (getekend) T.G.M. Simons

TM