ECLI:NL:CRVB:2016:2606

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
28 juni 2016
Publicatiedatum
12 juli 2016
Zaaknummer
15/6531 BABW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzet wegens ontbreken van procesbelang na overlijden betrokkene

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 15/6531 BABW-V. Het hoger beroep was ingesteld door de erven en/of rechtverkrijgenden van de inmiddels overleden betrokkene, die laatstelijk woonachtig was te [woonplaats]. De Raad heeft het verzet niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen procesbelang meer was na het overlijden van betrokkene. De moeder van betrokkene had de Raad op 13 juni 2016 geïnformeerd over het overlijden.

De aangevallen uitspraak betrof een besluit over een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats die ten behoeve van betrokkene was aangevraagd. Door het overlijden van betrokkene was het belang aan een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep komen te vervallen, wat ook gold voor de beoordeling van het verzet. De Raad heeft daarom besloten dat het verzet niet-ontvankelijk moest worden verklaard.

Daarnaast heeft de Raad bepaald dat het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 123,- door de griffier van de Centrale Raad van Beroep moet worden terugbetaald. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, waarbij T.G.M. Simons als voorzitter fungeerde en N. Talhaoui als griffier optrad.

Uitspraak

Datum uitspraak: 28 juni 2016
15/6531 BABW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 30 juli 2015, 14/1414 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
de erven en/of rechtverkrijgenden van [betrokkene], laatstelijk gewoond hebbende te [woonplaats]
het college van burgemeester en wethouders van Venray
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: N. Talhaoui
Ter zitting is niemand verschenen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep
- verklaart het verzet niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 123,- door de griffier van de
Centrale Raad van Beroep wordt terugbetaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht van 24 februari 2016 heeft de Raad het door thans wijlen [betrokkene] (betrokkene) ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend.
De moeder van betrokkene heeft de Raad op 13 juni 2016 bericht dat betrokkene is overleden.
De aangevallen uitspraak heeft betrekking op een besluit over de indertijd ten behoeve van betrokkene aangevraagde gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats. Met het overlijden van betrokkene is het belang aan een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep, en dus ook aan een inhoudelijke beoordeling van het verzet, komen te ontvallen. Dit betekent dat het verzet vanwege het ontbreken van procesbelang niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
De Raad ziet aanleiding te bepalen dat het in hoger beroep betaalde griffierecht wordt terugbetaald.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) N. Talhaoui (getekend) T.G.M. Simons

UM