ECLI:NL:CRVB:2016:2569
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing woonkostentoeslag voor eigenaar van een kajuitzeiljacht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, eigenaar van een kajuitzeiljacht, had een verzoek ingediend voor woonkostentoeslag op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Leiden had dit verzoek afgewezen, omdat het schip van de appellant niet als woning kon worden aangemerkt. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Raad heeft vastgesteld dat het schip van de appellant, dat op 17 april 2014 was getaxeerd op een dagwaarde van € 0,-, niet voldeed aan de basisvoorzieningen zoals water, elektriciteit en een veilige gasvoorziening. Hierdoor kon het schip niet worden beschouwd als een zelfstandige woning in de zin van de WWB. De Raad heeft verder overwogen dat de relevante artikelen van de WWB en de Toeslagenverordening WWB 2011 van de gemeente Leiden niet in de situatie van de appellant voorzagen voor het toekennen van een woonkostentoeslag.
De Raad heeft geconcludeerd dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij woonkosten had, en dat de afwijzing van het college terecht was. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.