ECLI:NL:CRVB:2016:2451

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
29 juni 2016
Publicatiedatum
29 juni 2016
Zaaknummer
14-4716 BBZ-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaling griffierecht

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 juni 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellanten tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft een verzet dat door appellanten is ingediend tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 24 maart 2015, waarin het hoger beroep ongegrond werd verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. Tijdens het verzet is gebleken dat er onregelmatigheden hebben plaatsgevonden, wat heeft geleid tot de beslissing om appellanten opnieuw de gelegenheid te geven het griffierecht te betalen. Appellanten hebben van deze gelegenheid gebruikgemaakt en het verzet is gegrond verklaard. Dit betekent dat de eerdere uitspraak van 24 maart 2015 vervalt en dat het onderzoek in de zaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De Raad heeft geen proceskosten toegewezen aan appellanten in verzet, en de uitspraak is gedaan door H.C.P. Venema, met D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op 29 juni 2016.

Uitspraak

14/4716 BBZ-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van
8 juli 2014, 13/7755
Partijen:
[appellant] en [appellante] te [woonplaats] (appellanten)
het college van burgemeester en wethouders van Bronkhorst
Datum uitspraak: 29 juni 2016

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van 24 maart 2015 heeft de Raad het door appellanten ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak ongegrond verklaard.
Appellanten hebben verzet gedaan.

OVERWEGINGEN

Bij de uitspraak van 24 maart 2015 heeft de Raad het hoger beroep van appellanten
niet-ontvankelijk verklaard op de grond dat het griffierecht niet is betaald.
In verzet is gebleken dat sprake is geweest van onregelmatigheden. Daarom heeft de Raad appellanten opnieuw in de gelegenheid het griffierecht te betalen. Van die gelegenheid hebben zij - tijdig - gebruikgemaakt.
Het verzet is gegrond.
Dit betekent dat de uitspraak van de Raad van 24 maart 2015 vervalt en dat het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Van proceskosten van appellanten in verzet is niet gebleken.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door H.C.P. Venema, in tegenwoordigheid van
D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
29 juni 2016.
(getekend) H.C.P. Venema
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven

UM