ECLI:NL:CRVB:2016:2380
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- A. Stehouwer
- J.H.M. van de Ven
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van de aanvraag voor langdurigheidstoeslag op basis van de Wet werk en bijstand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, waarin de afwijzing van de aanvraag voor langdurigheidstoeslag door het college van burgemeester en wethouders van Maastricht werd bevestigd. Appellanten, die een uitkering ontvangen op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en waarvan de dochter een WAJONG-uitkering ontvangt, hebben op 14 maart 2013 langdurigheidstoeslag aangevraagd. Het college heeft deze aanvraag afgewezen op basis van het feit dat het inkomen van appellanten op de peildatum, 15 maart 2013, boven de geldende bijstandsnorm lag. De rechtbank heeft het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. De Raad heeft vastgesteld dat de berekening van het inkomen door het college correct was en dat de toepasselijke bijstandsnorm juist was vastgesteld. De Raad heeft ook overwogen dat de verlaging van de bijstandsnorm voor gehuwden terecht was toegepast, omdat de dochter van appellanten op de peildatum ouder was dan 21 jaar en haar inkomen hoger was dan de norm voor studiefinanciering. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen onbillijkheden van overwegende aard waren die aanleiding gaven om af te wijken van de verordening.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het hoger beroep verworpen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak werd openbaar gedaan op 14 juni 2016.