ECLI:NL:CRVB:2016:2368
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsuitkering wegens niet-wonen op opgegeven adres en extreem laag verbruik van water, gas en energie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. Appellant ontving sinds 19 mei 2009 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Hij was ingeschreven op een bepaald adres, maar er waren twijfels over zijn feitelijke woonplaats. Naar aanleiding van een melding van de woningcorporatie Zo Wonen heeft de gemeente Sittard-Geleen een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek toonde aan dat appellant op het opgegeven adres extreem laag water-, gas- en energieverbruik had, wat leidde tot de conclusie dat hij daar niet feitelijk woonde. Op basis van deze bevindingen heeft het college van burgemeester en wethouders de bijstand van appellant per 11 december 2012 ingetrokken en de kosten van bijstand teruggevorderd tot een bedrag van € 18.812,62.
Appellant heeft tegen deze beslissing beroep aangetekend, maar de rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat appellant geen concrete verklaring had gegeven voor het lage verbruik en dat de onderzoeksresultaten duidelijk waren. In hoger beroep heeft appellant zijn eerdere gronden herhaald, maar de Raad heeft geoordeeld dat er geen nieuwe of andere gronden zijn aangevoerd die tot een ander oordeel zouden moeten leiden. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en bevestigt de eerdere uitspraak. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.