ECLI:NL:CRVB:2016:236
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van ZW-uitkering na eerdere beëindiging
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. Appellant, die sinds 26 juni 2012 als productiemedewerker werkzaam was, werd op 1 oktober 2012 arbeidsongeschikt verklaard wegens psychische klachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) kende appellant een Ziektewet (ZW) uitkering toe, maar beëindigde deze per 27 maart 2013, omdat appellant geschikt werd geacht voor zijn werk. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank Den Haag verklaarde het beroep van appellant tegen deze beslissing kennelijk ongegrond.
Op 2 juli 2013 verzocht appellant om herziening van het besluit van 27 maart 2013, onder verwijzing naar medische informatie van psychiater K. Kasi. Het Uwv wees dit verzoek af, omdat de informatie niet als nieuw feit of veranderde omstandigheid werd beschouwd. De rechtbank bevestigde deze afwijzing in haar uitspraak. In hoger beroep herhaalde appellant zijn argumenten, maar de Raad oordeelde dat de gronden van appellant niet nieuw waren en dat de rechtbank deze al voldoende had besproken. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank en bevestigde de eerdere uitspraak, zonder aanleiding voor proceskostenveroordeling.