ECLI:NL:CRVB:2016:2356
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand op basis van niet ingediende gegevens en inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellante ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) sinds 9 januari 2012. In mei 2012 meldde zij dat zij een eigen bedrijf was begonnen, maar heeft niet alle gevraagde gegevens over dit bedrijf ingeleverd. Na een interne melding in februari 2013, waarin werd gesuggereerd dat appellante zwemles gaf bij het bedrijf van haar moeder, heeft de sociale recherche haar gehoord en om aanvullende informatie gevraagd. Appellante heeft echter niet tijdig de gevraagde gegevens ingeleverd, wat leidde tot de blokkering van haar bijstand per 18 maart 2013.
Het college van burgemeester en wethouders van Ridderkerk heeft vervolgens de bijstand van appellante per 18 maart 2013 ingetrokken, omdat niet kon worden vastgesteld of zij nog recht had op bijstand. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat appellante niet had aangetoond dat zij alle benodigde informatie had verstrekt en dat het college bevoegd was om de bijstand in te trekken.
In hoger beroep heeft appellante haar eerdere gronden herhaald, maar de Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de rechtbank terecht had geoordeeld. De Raad bevestigde dat appellante haar inlichtingenverplichting had geschonden en dat het college op basis daarvan de bijstand kon intrekken. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.