ECLI:NL:CRVB:2016:2201
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Weigering nabestaandenuitkering op basis van ANW door niet-verzekerd zijn van de echtgenoot
In deze zaak heeft appellante, M. Haddaoui, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die op 3 juli 2015 haar beroep tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) ongegrond verklaarde. De aanvraag was afgewezen omdat de echtgenoot van appellante, die op 1 oktober 2012 overleed, op het moment van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. De Centrale Raad van Beroep heeft op 15 juni 2016 uitspraak gedaan in deze zaak.
Appellante, geboren in 1960 en woonachtig in Marokko, had een aanvraag ingediend voor een nabestaandenuitkering na het overlijden van haar echtgenoot, die enige tijd in Nederland had gewerkt en een AOW-uitkering ontving. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had de aanvraag afgewezen, omdat de echtgenoot op de dag van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. Dit werd bevestigd in het bestreden besluit van 6 november 2014, waarin werd gesteld dat het ontvangen van een AOW-uitkering geen grond meer was voor verzekering voor de ANW.
Tijdens de zitting op 4 mei 2016 was appellante niet aanwezig, maar de Svb werd vertegenwoordigd door mr. A. van der Weerd. De Raad heeft de argumenten van appellante in hoger beroep herhaald, maar concludeerde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat appellante geen recht had op de nabestaandenuitkering. De Raad bevestigde dat de echtgenoot van appellante niet verzekerd was op het moment van overlijden en dat de bepalingen van het Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen Nederland en Marokko niet in haar voordeel uitpakten. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.