ECLI:NL:CRVB:2016:2173

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
14 juni 2016
Publicatiedatum
14 juni 2016
Zaaknummer
14-4716 BBZ-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallenverklaring van uitspraak inzake griffierecht en verzet

Op 14 juni 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 14/4716 BBZ-V. Deze uitspraak betreft de vervallenverklaring van een eerdere uitspraak van de Raad van 9 december 2015. In die eerdere uitspraak werd het verzet van appellanten tegen een eerdere beslissing van de Raad ongegrond verklaard. De Raad had in die beslissing op 24 maart 2015 het hoger beroep van appellanten niet-ontvankelijk verklaard, omdat het griffierecht niet was betaald.

In het kader van de verzetsprocedure hebben appellanten de kans gekregen om het griffierecht alsnog te betalen. Bij de uitspraak van 9 december 2015, gebaseerd op een ambtsbericht van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR), werd het verzet ongegrond verklaard, wederom op de grond dat het griffierecht niet was betaald. Echter, in een later ambtsbericht van het LDCR werd bevestigd dat het griffierecht wel degelijk tijdig was betaald.

Hierdoor heeft de Centrale Raad van Beroep besloten de uitspraak van 9 december 2015 te vervallen. Na deze vervallenverklaring zal het verzet tegen de uitspraak van 24 maart 2015 door een andere kamer van de Raad opnieuw worden behandeld. De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier P.A.M. Hulsdouw, en is openbaar uitgesproken op 14 juni 2016.

Uitspraak

14/4716 BBZ-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak tot vervallenverklaring van de uitspraak van de Raad van 9 december 2015, 14/4716 BBZ-V
Partijen:
[appellant] en D.A.W. [appellante] te [woonplaats] (appellanten)
het college van burgemeester en wethouders van Bronkhorst
Datum uitspraak: 14 juni 2016

PROCESVERLOOP

Bij de uitspraak van 9 december 2015 heeft de Raad het verzet van appellanten tegen de uitspraak van de Raad van 24 maart 2015 ongegrond verklaard.
De Raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld zich schriftelijk uit te laten over de
- mogelijke - vervallenverklaring van de uitspraak van 9 december 2015.

OVERWEGINGEN

Bij de uitspraak van 24 maart 2015 heeft de Raad het hoger beroep van appellanten niet-ontvankelijk verklaard op de grond dat het griffierecht niet is betaald.
In het kader van de verzetsprocedure heeft de Raad appellanten opnieuw in de gelegenheid het griffierecht te betalen.
Bij de uitspraak van 9 december 2015 heeft de Raad, daarbij afgaand op een ambtsbericht van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR), het verzet ongegrond verklaard op de grond dat het griffierecht opnieuw niet is betaald.
In een nader ambtsbericht van het LDCR is vermeld dat het griffierecht wel, en ook tijdig, is betaald. Daarom bestaat aanleiding de uitspraak van 9 december 2015 vervallen te verklaren.
Na de vervallenverklaring van de uitspraak van 9 december 2015 zal het verzet tegen de uitspraak van 24 maart 2015 door een andere kamer van de Raad opnieuw worden behandeld.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart zijn uitspraak van 9 december 2015, 14/4716 BBZ-V, vervallen.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van P.A.M. Hulsdouw als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 14 juni 2016.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) P.A.M. Hulsdouw

IJ