ECLI:NL:CRVB:2016:2158
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Opschorting en intrekking van bijstand op basis van niet tijdig overleggen van noodzakelijke gegevens
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, die samen met zijn echtgenote bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), heeft niet tijdig de gevraagde gegevens over zijn werk en financiële situatie overgelegd aan het dagelijks bestuur van Werk en Inkomen Lekstroom. Het dagelijks bestuur heeft daarop de bijstand van de appellant opgeschort en later ingetrokken, omdat hij niet voldeed aan de informatieverplichtingen. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet alle gevraagde gegevens tijdig heeft ingediend en dat dit hem kan worden verweten. De Raad oordeelt dat de opschorting en intrekking van de bijstand rechtmatig zijn, omdat de appellant niet heeft aangetoond dat hij niet in staat was om de gevraagde informatie te verstrekken. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van de appellant af.