ECLI:NL:CRVB:2016:200
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand op grond van studiefinanciering en inschrijving voor opleiding
In deze zaak gaat het om de intrekking van bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) voor een jongere die zich te laat heeft ingeschreven voor een opleiding en studiefinanciering. Appellante ontving tot 1 augustus 2013 bijstand, maar werd door het Jongerenloket van de gemeente Rotterdam gewezen op de mogelijkheid om zich in te schrijven voor een opleiding voor het studiejaar 2013-2014. Ondanks het advies om zich voor 15 juli 2013 in te schrijven, heeft appellante dit niet tijdig gedaan. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft daarop de bijstand van appellante opgeschort en uiteindelijk ingetrokken per 1 augustus 2013, omdat zij niet de benodigde gegevens had verstrekt.
De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van appellante tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. Appellante heeft hoger beroep ingesteld, waarbij zij aanvoert dat zij de brief van 18 juni 2013, waarin zij werd gewezen op de inschrijving, niet heeft ontvangen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat, ongeacht de ontvangst van deze brief, appellante op de hoogte had moeten zijn van haar verplichtingen om zich in te schrijven voor een opleiding. De Raad bevestigt dat appellante niet tijdig heeft gehandeld en dat de intrekking van de bijstand op juiste gronden heeft plaatsgevonden.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing is openbaar uitgesproken op 19 januari 2016.