ECLI:NL:CRVB:2016:1906
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering op basis van schending inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarbij de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering van appellanten door het college van burgemeester en wethouders van Groningen aan de orde is. Appellanten ontvangen sinds 30 juni 2011 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Naar aanleiding van een anonieme tip dat appellant werkzaamheden verrichtte bij een fietsenzaak, heeft de gemeente Groningen een onderzoek ingesteld. Dit leidde tot de intrekking van de bijstand over een bepaalde periode en een terugvordering van € 5.556,64. Appellanten hebben in hoger beroep aangevoerd dat de terugvordering onvoldoende is onderbouwd en dat zij de inlichtingenverplichting niet hebben geschonden. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de verklaring van appellant tijdens een zitting van de voorzieningenrechter voldoende grondslag biedt voor de beslissing van het college. De Raad bevestigt dat appellant inkomsten heeft ontvangen die hij niet heeft gemeld, en dat hij daarmee de inlichtingenverplichting heeft geschonden. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.