ECLI:NL:CRVB:2016:1892
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van hoger beroep en verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring
Op 10 mei 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 15/2639 AOW-V. De zaak betreft een hoger beroepschrift dat door de appellant niet tijdig is ingediend. De appellant, woonachtig in Spanje, had in verzet aangevoerd dat hij de uitspraak van de rechtbank Amsterdam op 5 januari 2015 had ontvangen en dat hij binnen zes weken na deze ontvangst hoger beroep had ingesteld. Hij betoogde dat het onrechtvaardig was om uit te gaan van de verzenddatum, omdat post soms vertraagd aankomt.
De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de appellant in zijn verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat er geen sprake was van verzuim. In de aangevallen uitspraak was duidelijk vermeld dat hoger beroep binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak moest worden ingesteld. De Raad concludeerde dat de appellant de uitspraak niet had ontvangen op een moment waarop hij redelijkerwijs nog tijdig hoger beroep kon instellen.
De Raad verklaarde het verzet ongegrond en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan in een openbare zitting, waarbij de griffier N. Talhaoui aanwezig was. De beslissing is op dezelfde dag, 10 mei 2016, openbaar gemaakt.