ECLI:NL:CRVB:2016:1816
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet-betaling griffierecht
Op 17 mei 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 15/8093 WWB. Het hoger beroep was ingesteld door de appellant, vertegenwoordigd door mr. E.J.C. Asselbergs, tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 23 november 2015 (zaaknummer 15/1676). De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het griffierecht van € 123,- niet tijdig was betaald door de appellant. In overeenstemming met artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het griffierecht verschuldigd bij indiening van het beroepschrift, en deze verplichting geldt ook voor hoger beroep volgens artikel 8:108 van de Awb. De gemachtigde van de appellant was herhaaldelijk gewezen op de noodzaak van betaling van het griffierecht, maar heeft nagelaten dit binnen de gestelde termijn te doen. Hierdoor kon de Centrale Raad van Beroep niet anders dan het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaren. De uitspraak is gedaan door E.C.R. Schut, met N. Khachatryan als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en belanghebbenden kunnen binnen zes weken na verzending van de uitspraak verzet aantekenen.