ECLI:NL:CRVB:2016:18
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht in sociale zekerheidszaak
Op 6 januari 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 14/441 WWB-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing van de Raad van 23 september 2014, waarin het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk werd verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Appellant, vertegenwoordigd door mr. A.C.S. Grégoire, heeft verzet aangetekend tegen deze beslissing.
De Centrale Raad van Beroep heeft in haar overwegingen vastgesteld dat appellant niet in verzuim is geweest met betrekking tot de betaling van het griffierecht. Dit is mede gebaseerd op eerdere uitspraken van de Raad van 13 februari 2015, waarin soortgelijke kwesties aan de orde waren. De Raad heeft geconcludeerd dat het verzet gegrond is, wat betekent dat de eerdere uitspraken van 23 september 2014 vervallen.
De hoger beroepen worden voortgezet in de stand waarin zij zich bevonden, zonder dat er aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier J.A. Achterberg, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.