ECLI:NL:CRVB:2016:1729
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar inzake Go/No-Go-beslissing en beëindiging dienstverband
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die het beroep tegen het bestreden besluit van het college van bestuur van de Technische Universiteit Delft ongegrond verklaarde. Appellant had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van 30 augustus 2013, waarin het college besloot om de Go/No-Go-beslissing uit te stellen. Het college verklaarde het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk, omdat niet duidelijk was tegen welk besluit het bezwaar was gericht. De rechtbank oordeelde dat het college terecht had geconcludeerd dat appellant niet had gereageerd op eerdere verzoeken om verduidelijking van zijn bezwaar.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt echter dat het voor het college voldoende duidelijk kon zijn dat het bezwaarschrift van 24 oktober 2013 gericht was tegen de beslissing van 30 augustus 2013. De Raad stelt vast dat het bezwaarschrift in ieder geval betrekking had op deze beslissing, ondanks dat appellant ook andere besluiten in zijn bezwaar had willen betrekken. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en het bestreden besluit van het college, en draagt het college op om opnieuw op het bezwaar van appellant te beslissen, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt het college veroordeeld in de proceskosten van appellant.