Uitspraak
mr. W.P.F. Oosterbos.
OVERWEGINGEN
22 juni 2012 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Daaraan ten grondslag ligt een rapport van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 21 juni 2012.
De facturen van [B.] B.V., waarnaar door appellant is verwezen, zijn gericht aan [firma C.] BVBA, echter met als toevoeging ([naam van appellant]). Niet wordt ingezien hoe hieruit zou moeten volgen dat appellant in het geheel geen werkzaamheden voor de firma [firma C.] zou hebben verricht. Voorts wordt in aanmerking genomen dat uit ingewonnen informatie bij de Stichting [O.], de stichting Hulp aan [D.] en de Stichting [F.], is gebleken dat appellant in de periode van 1996 tot en met 2009 tientallen keren ritten heeft gemaakt naar Wit-Rusland. Dat dit, zoals appellant heeft gesteld, slechts vrijwilligerswerk betrof en hij daarvoor niet betaald kreeg, doet niet af aan het feit dat aan deze werkzaamheden in het kader van een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling een loonwaarde kan worden toegeschreven. Appellant heeft ten slotte niet onderbouwd weerlegd, waarom de aanvragen voor een verlenging van zijn rijbewijs in België, niet relevant zouden kunnen zijn bij de vaststelling dat hij in de litigieuze periode als chauffeur werkzaam zou zijn geweest.
WAO-uitkering van appellant.