Uitspraak
OVERWEGINGEN
De Raad komt tot de volgende beoordeling.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellante, een 83-jarige vrouw die een ouderdomspensioen ontvangt, had bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van een wasmachine, bed en fornuis. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft deze aanvraag afgewezen, omdat de kosten volgens hen behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten die uit het inkomen betaald moeten worden. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat er bijzondere omstandigheden zijn die haar in staat hadden moeten stellen om deze kosten niet uit haar inkomen te dekken.
De Raad heeft vastgesteld dat de kosten van woninginrichting en duurzame gebruiksgoederen in beginsel uit het inkomen van de betrokkene moeten worden betaald, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die dit verhinderen. De rechtbank heeft geoordeeld dat appellante niet heeft aangetoond dat er sprake was van dergelijke bijzondere omstandigheden. De Raad heeft deze conclusie bevestigd, waarbij zij opmerkt dat appellante geen inzicht heeft gegeven in haar financiële situatie en de mogelijkheden voor bijzondere bijstand. De Raad concludeert dat appellante had moeten reserveren voor de kosten, die voorzienbaar waren, en dat het hoger beroep daarom niet slaagt.
De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.