ECLI:NL:CRVB:2016:1094
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toegewezen bijzondere bijstand voor de aanschaf van een koelkast en de hoogte van de vergoeding
In deze zaak heeft appellante op 23 januari 2014 bijzondere bijstand aangevraagd op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) voor de kosten van een nieuwe koelkast. Het college van burgemeester en wethouders van Almere heeft op 14 februari 2014 de aanvraag toegewezen, maar slechts 70% van de nieuwwaarde volgens de Prijzengids 2013/2014 van het NIBUD toegekend, wat resulteerde in een bedrag van € 171,50. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, omdat zij van mening was dat een tafelmodel koelkast niet voldeed aan haar gezinssituatie.
De rechtbank Midden-Nederland heeft in een eerdere uitspraak op 19 november 2014 het besluit van het college vernietigd en het college opgedragen om een nieuw besluit te nemen. Het college heeft vervolgens op 16 december 2014 een nieuw besluit genomen, waarin het stelde dat appellante voor de gehanteerde richtprijs een nieuwe koelkast kon aanschaffen. Appellante heeft echter in beroep aangevoerd dat het college ten onrechte is uitgegaan van een tafelmodel koelkast.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van appellante ongegrond verklaard. De Raad oordeelde dat het college voldoende onderbouwd had dat een standaard koelkast verkrijgbaar was voor de door het college toegekende vergoeding van € 171,50. De Raad concludeerde dat de besluitvorming van het college in overeenstemming was met het gevoerde beleid en dat appellante geen bijzondere bijstand voor bezorgkosten had aangevraagd. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.