ECLI:NL:CRVB:2016:1077
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.E.V. Lenos
- V. van Rij
- Rechtspraak.nl
Bezwaartermijn niet verschoonbaar verklaard in hoger beroep AOW-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die gedetineerd was, had bezwaar aangetekend tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) dat hem meedeelde dat hij vanaf maart 2014 geen recht meer had op ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW). De Svb had het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard omdat de bezwaartermijn was overschreden en deze overschrijding niet verschoonbaar werd geacht. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarbij het beroep op het vertrouwensbeginsel werd verworpen. De rechtbank oordeelde dat het de verantwoordelijkheid van de appellant was om maatregelen te treffen ter behartiging van zijn belangen tijdens zijn detentie. De partner van de appellant had hem niet geïnformeerd over de ontvangen post, wat voor rekening van de appellant kwam.
In hoger beroep herhaalde de appellant zijn standpunt, maar de Centrale Raad van Beroep onderschreef het oordeel van de rechtbank. De Raad concludeerde dat de overschrijding van de bezwaartermijn niet verschoonbaar was, ondanks de mededeling van de Svb tijdens een telefoongesprek dat de appellant alsnog bezwaar kon maken. De Raad oordeelde dat er geen vertrouwen was gewekt dat het bezwaar inhoudelijk zou worden behandeld. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.