ECLI:NL:CRVB:2015:746
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Weigering van terugwerkende kracht bij periodieke uitkering op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft appellante beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank, waarbij de weigering om haar periodieke uitkering met terugwerkende kracht opnieuw vast te stellen, werd gehandhaafd. Dit besluit was gebaseerd op artikel 59 van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv), dat volgens verweerder geen toepassing kan vinden in de situatie van appellante. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 12 maart 2015 geoordeeld dat het standpunt van verweerder in rechte houdbaar is. De Raad heeft verwezen naar een eerdere tussenuitspraak van 21 augustus 2014, waarin gebreken in het bestreden besluit waren geconstateerd. De Raad heeft vastgesteld dat de weigering om de uitkering met terugwerkende kracht vast te stellen onvoldoende gemotiveerd was, maar dat de uiteindelijke beslissing van verweerder om dit niet te doen, wel juist was. De Raad heeft de relevante feiten en omstandigheden in overweging genomen, waaronder de wijziging in de hoogte van de AOW-toeslag van appellante, die niet leidde tot een hernieuwde vaststelling van de uitkering. De Raad heeft geconcludeerd dat de wijziging in de hoogte van een bestaande inkomstenbron geen reden is voor een nieuwe vaststelling van de periodieke uitkering op grond van artikel 59 van de Wuv. De Raad heeft het beroep tegen het besluit van 1 november 2013 gegrond verklaard en dat besluit vernietigd, terwijl het beroep tegen het besluit van 30 oktober 2014 ongegrond werd verklaard. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van appellante.