ECLI:NL:CRVB:2015:694
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging en terugvordering AIO-aanvulling wegens overschrijding vrij te laten vermogen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de beëindiging en terugvordering van de AIO-aanvulling aan appellante, die over een vermogen beschikte dat de grens van het vrij te laten vermogen overschreed. Appellante ontving vanaf 15 april 2010 een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) van de Sociale verzekeringsbank (Svb), maar de Svb heeft later vastgesteld dat deze ten onrechte was verstrekt. De Svb heeft appellante op 21 december 2012 geïnformeerd dat zij de AIO-aanvulling met terugwerkende kracht zou intrekken en een bedrag van € 1.419,68 zou terugvorderen. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de Svb verklaarde dit bezwaar ongegrond.
Tijdens de zitting op 27 januari 2015 heeft appellante aangevoerd dat het saldo op een van haar rekeningen, de Toprekening, toebehoort aan haar zoon en dat zij daarom niet over dit bedrag kan beschikken. Tevens stelde zij dat een deel van het saldo afkomstig is van schadevergoedingen in verband met de Bijlmerramp, bestemd voor begrafeniskosten. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante niet heeft aangetoond dat zij niet over het tegoed op de Toprekening kan beschikken. De Raad heeft vastgesteld dat appellante op verschillende momenten bedragen van de Toprekening naar haar betaalrekening heeft overgeboekt en dat zij in geval van nood gebruik maakt van de gelden op de Toprekening. Dit wijst erop dat zij feitelijk over het tegoed kan beschikken.
De Centrale Raad van Beroep heeft geconcludeerd dat het hoger beroep van appellante niet slaagt en heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er zijn geen gronden voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak is openbaar gedaan op 10 maart 2015.