ECLI:NL:CRVB:2015:676
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- Rechtspraak.nl
Beëindiging loongerelateerde WGA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid van functies
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die als schilder heeft gewerkt, had een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen vanwege gezondheidsproblemen, waaronder diabetes mellitus en hartklachten. Deze uitkering was beëindigd op 13 juni 2012, waarna de appellant bezwaar maakte tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, waarbij werd gesteld dat het medische onderzoek door de verzekeringsartsen zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om aan de juistheid van de medische beoordeling te twijfelen.
In hoger beroep herhaalde de appellant zijn standpunt dat onvoldoende rekening was gehouden met zijn medische beperkingen. De Raad oordeelde echter dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat de verzekeringsartsen zorgvuldig te werk waren gegaan en dat de medische beoordeling correct was. De Raad benadrukte dat de belastbaarheid van de appellant was verbeterd na een bypassoperatie in 2010 en dat de bezwaarverzekeringsarts rekening had gehouden met de relevante medische informatie.
De Raad concludeerde dat er minimaal drie functies beschikbaar waren die geschikt waren voor de appellant, waarmee hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kon verdienen. De belasting van deze functies overschreed niet de mogelijkheden van de appellant. Gelet op deze overwegingen bevestigde de Raad de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep van de appellant ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.