ECLI:NL:CRVB:2015:599
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake weigering WIA-uitkering en geschiktheid van geselecteerde functies
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin de weigering van een WIA-uitkering aan appellant werd bevestigd. Appellant, die als jobcoach werkte, was uitgevallen door verlammingsverschijnselen als gevolg van myelitis traversa. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de verzekeringsarts de beperkingen van appellant correct heeft ingeschat en dat de geselecteerde functies medisch passend zijn. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het Uwv de belastbaarheid van appellant niet heeft overschat en dat er geen reden was om aan te nemen dat appellant meer beperkingen had dan vastgesteld. Appellant voerde aan dat er onvoldoende rekening was gehouden met zijn lichamelijke en psychische klachten en dat er ten onrechte geen urenbeperking was aangenomen. De Raad concludeert dat de argumenten van appellant niet voldoende onderbouwd zijn en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Raad wijst ook het verzoek om schadevergoeding af en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.