ECLI:NL:CRVB:2015:589
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om toelating tot de vrijwillige verzekering voor de AOW na overschrijding van de aanmeldingstermijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 februari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellante, die in 2001 naar Spanje emigreerde, had in juli 2012 verzocht om toelating tot de vrijwillige verzekering voor de Algemene Ouderdomswet (AOW). De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft dit verzoek afgewezen, omdat de aanvraag niet binnen één jaar na het beëindigen van de verplichte verzekering was ingediend. Appellante stelde dat zij door onjuiste informatie van de Svb op het verkeerde been was gezet en dat dit niet aan haar mocht worden tegengeworpen. De rechtbank had het beroep van appellante tegen de afwijzing ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft de Raad de argumenten van appellante opnieuw beoordeeld. De Raad oordeelde dat de door appellante aangevoerde omstandigheden niet als bijzondere omstandigheden konden worden aangemerkt die de overschrijding van de aanmeldingstermijn zouden rechtvaardigen. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat er geen bewijs was dat appellante onjuist was geïnformeerd door de Svb. Daarom werd het hoger beroep van appellante afgewezen en de eerdere uitspraak bevestigd. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.