Uitspraak
OVERWEGINGEN
.Zij maakt gebruik van een grote scootmobiel. Op 3 augustus 2009 en 1 november 2010 heeft appellante aanvragen gedaan voor een extra schuurdeur. Het college heeft deze aanvragen afgewezen. Op
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, die gebruik maakt van een grote scootmobiel, een aanvraag ingediend voor een extra schuurdeur. Deze aanvraag is door het college van burgemeester en wethouders van Uitgeest afgewezen. Appellante heeft eerder ook aanvragen gedaan die eveneens zijn afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het standpunt dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren ten opzichte van de eerdere aanvragen. De rechtbank Noord-Holland heeft in een eerdere uitspraak het beroep van appellante gegrond verklaard, omdat er wel degelijk nieuwe feiten waren, maar het college heeft in hoger beroep de afwijzing van de aanvraag gehandhaafd.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank ten onrechte het beroep van appellante op het gelijkheidsbeginsel heeft verworpen. Appellante had namelijk een vergelijkbaar geval aangedragen, maar het college heeft niet voldoende gemotiveerd waarom de situatie van appellante niet vergelijkbaar zou zijn met die van een andere persoon die wel een extra schuurdeur heeft gekregen. De Raad heeft geoordeeld dat het college de situatie van appellante niet goed heeft vergeleken met die van de andere persoon en dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet faalt.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd, maar met verbetering van de gronden. Tevens is het college veroordeeld in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 980,- en moet het college het griffierecht van € 118,- vergoeden aan appellante. De uitspraak is gedaan door H.C.P. Venema op 18 februari 2015.