ECLI:NL:CRVB:2015:4954
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van herzieningsverzoek WAO-uitkering en nieuwe feiten
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn verzoek om herziening van de WAO-uitkering werd afgewezen. Appellant ontving een WAO-uitkering, die in 1996 werd ingetrokken. Na meerdere verzoeken om herziening, waaronder een verzoek in 2010 dat werd afgewezen omdat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren, heeft appellant opnieuw verzocht om zijn aanspraken te beoordelen. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat appellant geen medische gegevens heeft ingediend ter ondersteuning van zijn verzoek en dat er geen informatie beschikbaar is die kan bijdragen aan de beoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, waarin werd geoordeeld dat het Uwv het verzoek van appellant terecht als een verzoek om herziening heeft aangemerkt. De Raad concludeert dat er geen nieuwe feiten zijn die de herziening van het besluit rechtvaardigen, en dat het Uwv de aanvraag van appellant terecht heeft afgewezen. De uitspraak is gedaan door J.W. Schuttel, in tegenwoordigheid van P. Boer als griffier, en is openbaar uitgesproken op 27 november 2015.