ECLI:NL:CRVB:2015:488
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Riphagen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de juistheid van de Functionele Mogelijkhedenlijst in het kader van een loongerelateerde WGA-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 februari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. Appellante had hoger beroep ingesteld tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat haar geen recht op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) toekende. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarop zij in hoger beroep ging. De Raad beoordeelde de medische gegevens en de door de verzekeringsarts opgestelde Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). Appellante had aangevoerd dat zij weer ernstig ziek was en niet kon herstellen van griep, maar de Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid van de FML. De verzekeringsarts had de dossiergegevens bestudeerd en appellante gezien, en had overtuigend gemotiveerd dat er geen meer beperkingen nodig waren dan vastgesteld in de FML. De Raad concludeerde dat de aan appellante voorgehouden functies medisch passend waren en dat de overschrijdingen van haar belastbaarheid door de arbeidsdeskundige naar behoren waren gemotiveerd. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank en wees de proceskostenveroordeling af.