ECLI:NL:CRVB:2015:4873
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake recht op uitkering op grond van de Wet WIA met betrekking tot psychische klachten en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin het verzoek om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) werd afgewezen. Appellant, die zich ziek had gemeld vanwege psychische klachten, had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering. De verzekeringsarts en de psychiater hebben onderzoek gedaan naar zijn situatie en kwamen tot de conclusie dat appellant niet volledig arbeidsongeschikt was. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin werd geoordeeld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de vastgestelde beperkingen van appellant correct waren. De Raad oordeelt dat er geen reden is om te twijfelen aan de medische grondslag van het besluit van het Uwv, en dat de functies die aan de schatting ten grondslag zijn gelegd, medisch passend zijn voor appellant. De Raad wijst de argumenten van appellant af, waaronder de stelling dat er geen adequate psychiatrische behandeling voor hem is en dat zijn gezondheidssituatie is verslechterd. De Raad concludeert dat het hoger beroep van appellant niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak.