ECLI:NL:CRVB:2015:4870
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- E.E.V. Lenos
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en verzekeringsstatus in Nederland en Duitsland
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, die op 11 maart 2011 arbeidsongeschikt was. Appellant, geboren in 1958 en met de Griekse nationaliteit, had een gedeeltelijk Duits en Nederlands arbeidsverleden. Hij had van 30 januari 1989 tot en met 31 augustus 2007 in Nederland gewoond en gewerkt, waarna hij naar Duitsland verhuisde. In Duitsland ontving hij Arbeitslosengeld II, maar zijn verzoek om een arbeidsongeschiktheidsuitkering werd afgewezen omdat hij niet aan de premiebetalingsvereisten voldeed.
Het Uwv weigerde appellant een arbeidsongeschiktheidsuitkering per 11 maart 2011, omdat hij volgens Nederlands recht op dat moment niet verzekerd was tegen arbeidsongeschiktheid. Appellant stelde in hoger beroep dat hij wel als werknemer moest worden aangemerkt op basis van de Wet WIA en de Europese Verordening 883/2004. De Raad oordeelde echter dat appellant op het moment van intreden van de arbeidsongeschiktheid niet in Nederland in loondienst was en dus niet verzekerd kon zijn.
De Raad bevestigde dat appellant niet op grond van de fictie van artikel 51, derde lid, van Vo 883/2004 als werknemer verzekerd kon worden geacht voor de Wet WIA, omdat hij niet kon aantonen dat hij op 11 maart 2011 in Duitsland verzekerd was tegen arbeidsongeschiktheid. De uitspraak van de rechtbank Limburg werd bevestigd, en het hoger beroep van appellant werd ongegrond verklaard. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.