Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam, die het beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond verklaarde. Appellant, werkzaam als constructieschilder, had zich op 19 september 2008 ziek gemeld na een bedrijfsongeval. Het Uwv had appellant met ingang van 16 september 2011 in aanmerking gebracht voor een loongerelateerde WGA-uitkering, maar beëindigde deze per 16 december 2012 en stelde een WGA-vervolguitkering vast op 45 tot 55% arbeidsongeschiktheid. Appellant was het niet eens met deze beoordeling en stelde dat zijn beperkingen onvoldoende waren erkend.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de verzekeringsartsen zorgvuldig onderzoek hebben verricht naar de lichamelijke en psychische klachten van appellant. De rechtbank had geen aanknopingspunten gevonden om de medische beoordeling van de verzekeringsartsen in twijfel te trekken. Appellant voerde aan dat zijn schouderklachten en psychische klachten niet adequaat waren meegenomen in de beoordeling, maar de Raad concludeert dat de beschikbare medische gegevens geen aanleiding geven om de eerdere beoordelingen te herzien. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en bevestigt dat appellant in staat is de geselecteerde voorbeeldfuncties te verrichten, ondanks zijn lage taalvaardigheid.
De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De Raad concludeert dat er geen reden is voor een proceskostenveroordeling.