ECLI:NL:CRVB:2015:4848
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een Wet Wajong-aanvraag wegens arbeidsmogelijkheden in het vrije bedrijf
In deze zaak heeft appellante, geboren in 1984, op 8 mei 2012 een aanvraag ingediend op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong) vanwege psychische klachten, knieklachten en klachten van een whiplash, die zijn ontstaan na een auto-ongeval op 1 juli 2010. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft de aanvraag op 22 juni 2012 afgewezen, omdat appellante met haar beperkingen in staat zou zijn om werkzaamheden in het vrije bedrijf te verrichten, waarmee zij ten minste 75% van het wettelijk minimumloon kan verdienen. Het bezwaar van appellante tegen deze afwijzing werd op 4 februari 2013 ongegrond verklaard.
De rechtbank Limburg heeft in de aangevallen uitspraak het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om te twijfelen aan de vastgestelde beperkingen. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was en dat haar psychische gezondheidstoestand verkeerd was beoordeeld. Ze stelde dat de behandelend psychiater ernstige depressieve stoornissen, PTSS en een borderline persoonlijkheidsstoornis had vastgesteld, wat niet door het Uwv was erkend.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht geen aanleiding zag om het medisch onderzoek door het Uwv onzorgvuldig te achten. De verzekeringsartsen hadden appellante gezien en de medische informatie van de behandelend psychiater op kenbare wijze betrokken in hun beoordeling. De Raad concludeerde dat appellante op 1 juli 2011 belastbaar was conform de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) en dat er geen nieuwe medische gegevens waren die een andere conclusie rechtvaardigden. Het verzoek van appellante om een onafhankelijke deskundige te benoemen werd afgewezen, en het verzoek om schadevergoeding werd eveneens afgewezen.