ECLI:NL:CRVB:2015:4783
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- E.E.V. Lenos
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van schuldig nalatig zijn in het niet betalen van AOW-premies
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant, die 100% schuldig nalatig is verklaard voor het niet betalen van de verschuldigde premies ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW), heeft hoger beroep ingesteld. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de appellant terecht schuldig nalatig was verklaard en dat zijn aangevoerde feiten en omstandigheden niet konden leiden tot het afzien van deze verklaring.
De appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij psychische en financiële problemen had, en dat hij dakloos was, waardoor hij geen adreswijziging kon doorgeven. Hij heeft stukken ingediend ter onderbouwing van zijn standpunt, waaronder een echtscheidingsbeschikking en een uittreksel uit het Handelsregister. De Raad heeft echter geoordeeld dat de bewijslast voor het aantonen van omstandigheden die het niet betalen van de premies niet aan hem kunnen worden toegerekend, bij de appellant ligt.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant in de jaren 2005 en 2006 geen premie volksverzekeringen heeft betaald en dat de Sociale verzekeringsbank (Svb) terecht heeft geoordeeld dat hij schuldig nalatig was. De Raad heeft de omstandigheden van de appellant, zoals zijn faillissement en psychische problemen, niet als voldoende onderbouwd beschouwd om tot een andere conclusie te komen. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.