ECLI:NL:CRVB:2015:470
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen voor nieuwe woning zonder bijzondere sociale redenen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 februari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die sinds 2004 samenwoonde met een partner en twee kinderen had, verzocht om bijzondere bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen voor zijn nieuwe huurwoning. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, omdat er volgens hen geen sprake was van bijzondere omstandigheden die de kosten noodzakelijk maakten. De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond.
In hoger beroep heeft de Raad vastgesteld dat de kosten waarvoor de appellant bijstand vroeg, weliswaar noodzakelijk waren, maar dat deze niet voortvloeiden uit bijzondere omstandigheden. De Raad oordeelde dat de appellant niet had aangetoond dat hij met spoed een woning moest vinden om te voorkomen dat zijn kinderen in een pleeggezin geplaatst zouden worden. Bovendien had de appellant in de periode voor zijn verhuizing een Wajong-uitkering ontvangen, wat erop wijst dat hij in staat was om te reserveren voor de verhuizing. De Raad concludeerde dat het ontbreken van reserveringscapaciteit door schulden geen bijzondere omstandigheid vormde die recht gaf op bijstand.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees de aanvraag voor bijzondere bijstand af. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.