ECLI:NL:CRVB:2015:4676
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep en verzet tegen uitspraak Sociale verzekeringsbank
Op 10 december 2015 deed de Centrale Raad van Beroep uitspraak in de zaak met nummer 15/461 ANW-V. Deze uitspraak volgde op een hoger beroep van de appellante, die in Marokko woonachtig is, tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 19 december 2014 (zaaknummer 14/2336). De Centrale Raad verklaarde het verzet van de appellante ongegrond. De appellante had in verzet aangevoerd dat zij wel degelijk gronden had ingediend tegen de aangevallen uitspraak, maar de Raad oordeelde dat het hogerberoepschrift geen gronden bevatte en dat er geen reden was om te veronderstellen dat de appellante niet in verzuim was geweest. De Raad had de appellante eerder verzocht om de gronden van het hoger beroep opnieuw in te dienen, inclusief een verzendbewijs van de oorspronkelijke zending. De appellante stuurde wel de gronden, maar niet het gevraagde verzendbewijs. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was om de eerdere uitspraak van 26 juni 2015 te herzien. De uitspraak werd gedaan door de enkelvoudige kamer, met T.G.M. Simons als voorzitter en R.G. van den Berg als griffier. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was.