ECLI:NL:CRVB:2015:4673
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet betaald griffierecht
Op 10 december 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 15/3420 AOW-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb), waarbij het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk was verklaard. De reden hiervoor was dat de appellant het griffierecht niet had betaald en het hogerberoepschrift niet tijdig had ingediend. De uitspraak van 25 september 2015, waartegen het verzet was ingesteld, was al eerder gedaan in het kader van de Algemene wet bestuursrecht.
De appellant, die in Marokko woont, heeft in verzet aangevoerd dat hij het griffierecht wel degelijk heeft betaald en dat hij bereid is om het griffierecht opnieuw te betalen. Daarnaast stelde hij dat het hogerberoepschrift binnen de geldende termijn was verzonden. Echter, de Raad heeft geoordeeld dat de appellant in zijn verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die de eerdere uitspraak zouden kunnen weerleggen. De Raad concludeerde dat de appellant zijn stellingen niet met bewijsstukken heeft onderbouwd en dat het wettelijke stelsel geen ruimte biedt voor het verlenen van een nieuwe termijn voor de betaling van het griffierecht.
De Centrale Raad van Beroep heeft het verzet ongegrond verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door de enkelvoudige kamer, met T.G.M. Simons als voorzitter en R.G. van den Berg als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt op 23 december 2015.