Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep niet ontvankelijk.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. Appellant, die sinds 1985 een WAO-uitkering ontvangt, had zich op 16 december 2009 gemeld voor toegenomen arbeidsongeschiktheid. Het Uwv had echter geen besluit genomen over zijn aanvraag voor verhoging van de uitkering. Appellant stelde dat hij geen tijdig besluit had ontvangen en had beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, omdat niet was gebleken dat appellant een aanvraag had ingediend voor verhoging van zijn uitkering.
In hoger beroep heeft de Raad zich gebogen over de vraag of appellant daadwerkelijk een aanvraag had ingediend en of het Uwv in gebreke was gebleven. De Raad concludeerde dat de brief van appellant van 30 mei 2012 niet kon worden beschouwd als een nieuwe aanvraag, waarop het Uwv een afzonderlijk besluit had moeten nemen. De Raad oordeelde dat er geen sprake was van een situatie waarin het Uwv in gebreke was, zoals bedoeld in de artikelen 6:2 en 6:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor stond er geen beroep open bij de rechtbank en had het inleidende beroep niet-ontvankelijk verklaard moeten worden.
De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep van appellant werd niet-ontvankelijk verklaard. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.